Pocket : Is geluk te koop?


.
Laten we eens ingaan op het onderwerp geluk. Niet het geluk dat je nodig hebt om de loterij te winnen, maar het gevoel van geluk en tevredenheid dat je in het leven ervaart. We onderzoeken hierbij wat de invloed is van inkomen op dit gevoel van geluk. De onderzoeksmethode die hiervoor wordt gebruikt is een literatuurstudie. Vervolgens gaan we in op de resultaten en de implicaties ervan.

Hypothese

De hypothese waar dit onderzoek mee begint is de volgende:

Over het algemeen zijn mensen gelukkiger wanneer ze meer geld verdienen

Ik heb voor deze hypothese gekozen omdat mij dit een logische gedachte lijkt over het onderwerp geluk en inkomen. De meeste mensen op deze wereld, waaronder ikzelf en zowat iedereen om me heen, wensen dat ze meer geld tot hun beschikking hadden. Hier verwachten wij gelukkiger mee te worden. In dit onderzoek ga ik na of mensen die meer verdienen ook echt gelukkiger zijn.

Theoretisch Kader

In deze paragraaf zal ik kort uiteenzetten wat enkele vooraanstaande sociologische theorieën zijn over het onderwerp geld en inkomen.

Maslow heeft een theorie bedacht waarin er verschillende niveaus van behoeften zijn. De basisbehoeften van een mens zijn onder meer onderdak en voedsel. Naarmate we daarin voorzien zijn krijgen we hogere behoeften. Behoeften zoals genegenheid van anderen en uiteindelijk de behoefte tot zelfontplooiing. Hoe meer men verdient, hoe minder men zich druk hoeft te maken over de behoeften onderaan de piramide. Men kan zich dus beter richten op hogere behoeften en zou theoretisch gelukkiger moeten zijn.

Een andere theorie komt van professor Daniel Kahneman, van de universiteit van Princeton. Hij zegt dat in de afgelopen decennia de levensstandaard dramatisch is verbeterd, maar dat het niveau van geluk niet is veranderd. Een internationaal onderzoek dat wordt besproken in dit artikel heeft laten zien dat wanneer mensen eenmaal zijn voorzien in hun basisbehoeften, extra inkomen en luxe niet veel bijdraagt aan hun geluk. Tot een niveau van ongeveer 12.000 euro per jaar worden mensen wel gelukkiger van extra geld, maar daar boven is het effect klein. Andere bronnen spreken over een inkomen van 75.000 dollar. Maar waar het hierom gaat is dat er een inkomensgrens is waarboven geld niet meer van wezenlijk belang is voor het geluk. Andere factoren, zoals gezondheid en vriendschappen zijn dan belangrijker. Extra, tijdelijke voldoening krijgt men door aankopen zoals sportwagens of chocoladerepen. Er is nogal een prijsverschil tussen deze producten, maar in principe zijn ze gelijk. Ze verstrekken extra geluk, voor een ogenblik. Daarna zwakt het af.

Nu zal ik een derde type theorie bespreken, de theorie van relatief inkomen en status. Hoewel het inkomen van mensen in ontwikkelde landen erg is gestegen is hun geluk niet gestegen. Wanneer het inkomen van mensen stijgt, stijgt ook de prijs van exclusieve goederen, zoals sportwagens of antiek. Deze exclusieve goederen zijn erg statusbepalend. Dus wanneer iemand rijker wordt, maar mensen om hem heen worden dat ook, verandert zijn relatieve rijkdom, en zijn potentie om exclusieve goederen te kopen niet. En daarmee stijgen zijn status en geluk niet. In een onderzoek aan de universiteit van Harvard werden studenten de volgende vraag voorgelegd:

“In welke wereld zou je liever willen leven?"

  • A. Een wereld waarin jij 50.000 dollar verdient en anderen de helft.
  • B. Een wereld waarin jij 100.000 dollar verdient en anderen het dubbele.


De meeste studenten kozen voor wereld A. Ze wilden liever armer zijn, als daarmee hun relatieve positie werd verbeterd.

Argumentatie

Het is een interessante waarneming, dat het marginale geluk bij extra inkomen sterk daalt wanneer het inkomen groeit. Wanneer we zijn voorzien van eten, onderdak en veiligheid is dat beetje extra geld niet zo belangrijk meer. Dat zien we ook wereldwijd, bijvoorbeeld op een kaart waarop het geluk van mensen staat afgebeeld met een kleur. In arme landen is met over het algemeen minder gelukkig dan in rijke landen. Maar hier gaat het dan vooral om de extreem arme landen, waar mensen niet in hun basisbehoeften zoals voedsel en veiligheid kunnen voorzien. Dit zijn vaak landen in Afrika waar hongersnoden en oorlogen aan de orde van de dag zijn. Een arm land als Bhutan scoort hoger op het geluk van de bevolking dan een rijk land als Japan. Geld is niet alles. Veel Japanners voelen stress en druk van de sociale en werkomgeving.

Wanneer je eenmaal heel rijk bent, en gewend bent in toprestaurants de beste maaltijden te nuttigen, in privé jets te vliegen etc. betekenen kleine bijzondere momenten minder voor je. Momenten zoals het drinken van een kopje koffie met een goede vriend, of een zonnige dag na een week van regen. Deze kleine momenten zijn voor veel mensen juist een grote bron van geluk. Wanneer je gewend bent aan een leven vol luxe en welvaart, is het moeilijk om een stap terug te doen. Mensen wennen snel aan rijkdom, maar om terug te gaan naar een armer leven is moeilijker.

Deze zelfde bron meldt ook dat het erg belangrijk is hoe je je geld besteedt. Dit is nog belangrijker voor je geluk dat het simpelweg veel verdienen of veel geld hebben. Het gelukkigst worden we door ons geld uit te geven aan activiteiten die ons helpen onszelf te ontwikkelen, of waarmee we de banden met anderen versterken of de gemeenschap mee helpen. Ook maakt het gelukkiger wanneer we het geld uitgeven aan activiteiten en het opdoen van nieuwe ervaringen dan wanneer we het uitgeven aan nieuwe bezittingen.

Verder benadrukt de schrijfster het gevaar van de natuurlijke drang tot vergelijken. Beter is het te focussen op het genieten van wat je gekocht hebt. Je kan nog steeds plezier hebben van je sportauto, ook al heeft je buurman een duurder, sneller model.

Relatieve welvaart is een relatiever concept dan het lijkt. Het is niet simpelweg de welvaart die mensen genieten ten opzichte van de mensen om hun heen. Mensen bepalen namelijk voor een groot deel zelf met wie ze zich vergelijken, en zorgen er voor dat ze op bepaalde punten gunstiger uit de vergelijking komen. Dit is een soort zelfbescherming voor het ego. Zo kan men zichzelf een aardiger persoon vinden dan de rijke, egoïstische buurman. Aardig is hierbij een hogere waarde dan egoïsme op een ethisch vergelijkingsspectrum.

Chris Boyce en Simon Moore, psychologen aan Britse universiteiten, hebben met een onderzoek aangetoond dat het relatieve inkomen van mensen veel belangrijker is voor hun geluk, dan hun absolute inkomen.

Dit resultaat komt overeen met andere onderzoeken. De afgelopen jaren is het absolute inkomen sterk gestegen, maar toch zijn we nog even gelukkig als 40 jaar geleden. Wat erg belangrijk is hoe goed ons inkomen scoort ten opzichte van de mensen om ons heen, of de mensen met dezelfde leeftijd of dezelfde baan. Hier ontlenen we een belangrijk deel van onze status aan.

Conclusie

Wanneer we genoeg geld hebben om ons te voorzien van onderdak, voedsel en andere basisbehoeften, is ons absolute inkomen niet erg belangrijk meer voor ons geluk. Wat wel belangrijk is, is hoeveel we verdienen in vergelijking met anderen. Om terug te komen op de hypothese: ‘Over het algemeen zijn mensen gelukkiger wanneer ze meer geld verdienen’, ja, in absolute termen is dit juist tot een zeker inkomen. In relatieve termen is dit altijd juist.

Ook al verdienen we erg weinig, als anderen nog minder hebben zijn we relatief rijk, kunnen ons meer veroorloven dan onze collega’s en vrienden en zijn we gelukkiger. In het land der blinden is eenoog koning. Maar wanneer we vergeleken met het nationale gemiddelde een zeer goed salaris verdienen kunnen we ons toch ongelukkig voelen wanneer we minder verdienen dan de mensen om ons heen. We hebben immers een lagere status dan de mensen met wie we ons vergelijken. Daarom is het, tenzij je niets om status geeft, het niet aan te raden te gaan wonen in een buurt waar het gemiddelde inkomen significant hoger ligt dan dat van jezelf.

In het kort, een gebrek aan inkomen leidt tot een gebrek aan geluk. Wanneer je eenmaal genoeg verdient om je over eten en onderdak geen zorgen te maken kan meer inkomen voor meer status zorgen. Meer inkomen kan in zo’n geval ook leiden tot het minder genieten van gewone dingen.

Overgaan naar Lijstweergave